Woordenlijst: App-ontwikkeling

De belangrijkste termen in de wereld van app-ontwikkeling, uitgelegd in eenvoudige en duidelijke taal.

Agile

Een projectmanagementmethodologie die het opdelen van een groot project in kleinere, beheersbare stukken genaamd "sprints" omvat. Het benadrukt flexibiliteit, samenwerking en continue verbetering.

API (Application Programming Interface)

Een set regels en tools die verschillende softwareapplicaties in staat stelt met elkaar te communiceren. Een API laat bijvoorbeeld je app verbinden met een betaalgateway of gegevens ophalen van een weerservice.

Accessibility (a11y)

De praktijk van het ontwerpen en ontwikkelen van websites en applicaties zodat mensen met een handicap ze kunnen gebruiken. Dit omvat overwegingen voor visuele, auditieve, motorische en cognitieve beperkingen.

Backend

De "server-side" van een applicatie. Het is het deel dat gebruikers niet zien, dat de server, database en applicatielogica omvat die het gebruikersgerichte deel aandrijft.

Beta Testing

De laatste fase van testen voordat een applicatie wordt vrijgegeven aan het publiek. Een beperkte groep echte gebruikers test de app om eventuele bugs of gebruiksvriendelijkheidsproblemen in een realistische omgeving te vinden.

Bug

Een fout, gebrek of storing in een computerprogramma of systeem die ervoor zorgt dat het een incorrect of onverwacht resultaat produceert, of zich op onbedoelde manieren gedraagt.

Cache

Een tijdelijke opslagruimte die het resultaat van een berekening of gegevensverzoek opslaat zodat toekomstige verzoeken voor dezelfde gegevens sneller kunnen worden afgehandeld.

Cloud Computing

De levering van on-demand computerdiensten—inclusief servers, opslag, databases, netwerken, software en analyses—via het internet ("de cloud").

CMS (Content Management System)

Een softwareapplicatie die gebruikers in staat stelt inhoud op een website te maken, beheren en wijzigen zonder de behoefte aan gespecialiseerde technische kennis. WordPress is een populair voorbeeld.

CRM (Customer Relationship Management)

Software die bedrijven helpt klantinteracties en gegevens gedurende de hele klantlevenscyclus te beheren en analyseren, met als doel zakelijke relaties te verbeteren.

Cross-Platform Development

De praktijk van het ontwikkelen van software die kan draaien op meerdere besturingssystemen, zoals iOS, Android en het web, vaak vanuit een enkele codebase.

Database

Een georganiseerde verzameling gestructureerde informatie of gegevens, meestal elektronisch opgeslagen in een computersysteem. Het is waar alle gegevens van de applicatie worden bewaard.

Deployment

Het proces van het beschikbaar maken van een applicatie of softwaresysteem voor gebruik. Dit omvat het verplaatsen van de code van een ontwikkelomgeving naar een live productieomgeving.

DevOps

Een set praktijken die softwareontwikkeling (Dev) en IT-operaties (Ops) combineert. Het streeft ernaar de systeemontwikkelingslevenscyclus te verkorten en continue levering te bieden met hoge softwarekwaliteit.

Domain Name

Het gebruiksvriendelijke adres van een website op het internet, zoals `www.dreamview-apps.co.il`.

Encryption

Het proces van het omzetten van informatie of gegevens in een code, vooral om ongeautoriseerde toegang te voorkomen.

Framework

Een vooraf geschreven, gestandaardiseerde set code die een structuur biedt voor het ontwikkelen van softwareapplicaties. Voorbeelden zijn React, Angular en Node.js.

Frontend

De "client-side" van een applicatie. Het is het deel van de app waar gebruikers direct mee interacteren, zoals de gebruikersinterface, knoppen en menu's.

Full-Stack

Verwijst naar een ontwikkelaar of ontwikkelingsbenadering die alle aspecten van een applicatie behandelt, inclusief zowel de frontend (client-side) als backend (server-side).

Git

Een gedistribueerd versiebeheersysteem dat wordt gebruikt voor het bijhouden van wijzigingen in broncode tijdens softwareontwikkeling. Het stelt meerdere ontwikkelaars in staat om samen te werken aan een project.

Hosting

De dienst van het verstrekken van opslagruimte en toegang voor websites en applicaties op een server, waardoor ze beschikbaar zijn op het internet.

HTML (HyperText Markup Language)

De standaard opmaaktaal voor het maken van webpagina's en webapplicaties. Het biedt de basisstructuur van een site.

HTTP/HTTPS

Het protocol dat wordt gebruikt voor het overbrengen van gegevens via het web. HTTPS is de beveiligde versie, die gegevens versleutelt voor bescherming.

IDE (Integrated Development Environment)

Een softwareapplicatie die uitgebreide faciliteiten biedt aan computerprogrammeurs voor softwareontwikkeling, zoals een broncode-editor, build-automatiseringstools en een debugger.

Iteration

Een enkele ontwikkelingscyclus in een iteratief ontwikkelingsmodel, zoals Agile. Elke iteratie resulteert in een nieuwe, verbeterde versie van de software.

JavaScript

Een programmeertaal op hoog niveau die een van de kerntechnologieën van het World Wide Web is. Het maakt interactieve webpagina's mogelijk.

JSON (JavaScript Object Notation)

Een lichtgewicht formaat voor het opslaan en transporteren van gegevens. Het wordt vaak gebruikt wanneer gegevens worden verzonden van een server naar een webpagina.

KPI (Key Performance Indicator)

Een meetbare waarde die aantoont hoe effectief een bedrijf belangrijke zakelijke doelstellingen bereikt. Voor een app kan dit dagelijkse actieve gebruikers of conversiepercentage zijn.

Landing Page

Een zelfstandige webpagina, specifiek gemaakt voor een marketing- of advertentiecampagne, waar een bezoeker "landt" nadat ze op een link klikken.

Load Balancing

Het proces van het verdelen van netwerkverkeer over meerdere servers om ervoor te zorgen dat geen enkele server overweldigd raakt, wat de responsiviteit en beschikbaarheid verbetert.

Mobile-First Design

Een ontwerpstrategie die begint met ontwerpen voor het kleinste scherm (mobiel) en dan werkt naar grotere schermen. Het zorgt voor een goede gebruikerservaring op alle apparaten.

Mockup

Een statische, hoogfideliteit visueel ontwerpconcept van een eindproduct. Het toont hoe de voltooide gebruikersinterface eruit zal zien, inclusief kleuren, lettertypen en lay-out.

MVP (Minimum Viable Product)

Een versie van een nieuw product die een team in staat stelt om de maximale hoeveelheid gevalideerd leren over klanten te verzamelen met de minste inspanning. Het heeft net genoeg functies om bruikbaar te zijn door vroege klanten.

Native App

Een applicatie die specifiek is ontwikkeld voor een bepaald besturingssysteem (zoals Apple's iOS of Google's Android) en wordt geïnstalleerd op het apparaat vanuit een app store.

Open Source

Software waarvoor de originele broncode vrij beschikbaar wordt gesteld en kan worden herverdeeld en gewijzigd.

Prototype

Een vroeg, interactief voorbeeld of simulatie van een eindproduct, gebruikt voor testen en het verzamelen van feedback voordat de volledige ontwikkeling begint.

QA (Quality Assurance)

Het systematische proces van controleren of een product of dienst die in ontwikkeling is voldoet aan gespecificeerde vereisten. Het omvat testen om bugs te vinden en op te lossen.

Responsive Design

Een webontwerpbenadering die ervoor zorgt dat webpagina's goed renderen op een verscheidenheid aan apparaten en venster- of schermgroottes.

ROI (Return on Investment)

Een prestatiemaatstaf die wordt gebruikt om de efficiëntie of winstgevendheid van een investering te evalueren. Bij app-ontwikkeling meet het de financiële winsten ten opzichte van de kosten van het bouwen van de app.

SaaS (Software as a Service)

Een softwarelicentiemodel en leveringsmodel waarin software wordt gelicentieerd op basis van een abonnement en centraal wordt gehost. Gebruikers hebben er toegang toe via een webbrowser.

Scalability

Het vermogen van een systeem, netwerk of proces om een groeiende hoeveelheid werk aan te kunnen, of het potentieel om te worden uitgebreid om die groei te accommoderen.

Scope Creep

In projectmanagement verwijst dit naar wijzigingen, continue of ongecontroleerde groei in de scope van een project, op elk moment na het begin van het project.

Scrum

Een raamwerk binnen de Agile-methodologie voor het beheren van complexe projecten. Het gebruikt korte cycli genaamd "sprints" om vooruitgang te boeken.

SDK (Software Development Kit)

Een verzameling softwareontwikkelingstools in één installeerbaar pakket. Ze vergemakkelijken het maken van applicaties voor een specifiek platform.

SEO (Search Engine Optimization)

Het proces van het verbeteren van de kwaliteit en hoeveelheid websiteverkeer naar een website of webpagina van zoekmachines.

Server

Een computer of systeem dat middelen, gegevens, diensten of programma's verstrekt aan andere computers, bekend als clients, via een netwerk.

SSL (Secure Sockets Layer)

Een standaard beveiligingstechnologie voor het tot stand brengen van een versleutelde verbinding tussen een server en een client—meestal een webserver (website) en een browser.

Tech Stack

De combinatie van programmeertalen, frameworks, bibliotheken en andere tools die ontwikkelaars gebruiken om een web- of mobiele applicatie te bouwen.

UI (User Interface)

Het visuele deel van de applicatie waarmee de gebruiker interageert, inclusief schermen, pagina's, knoppen en iconen.

UX (User Experience)

De algehele ervaring die een gebruiker heeft bij het interacteren met een product, vooral in termen van hoe gemakkelijk of aangenaam het is om te gebruiken.

Version Control

Een systeem dat wijzigingen in een bestand of set bestanden in de loop van de tijd registreert zodat je later specifieke versies kunt oproepen. Git is het meest voorkomende voorbeeld.

Wireframe

Een lage-fideliteit, basis visuele gids gebruikt in interfaceontwerp om de structuur van een website en de relaties tussen zijn pagina's voor te stellen.